Psychologenpraktijk Cocky Minderhoud

Verwachtingen

Mensen moeten zich aan hun afspraken houden. Dat doe ik zelf ook altijd. Ik snap niet dat mijn

vriendin zo luchthartig een afspraak met mij kan verzetten. Dat zou ik zelf nooit doen.

Ellen voelt zich moe en verward.

Er zijn zoveel zaken die spelen. Zoveel dingen waar ze geen grip op heeft. Haar vriendin, die een

afspraak, waarop ze zich verheugde, zomaar afzegt, omdat haar zus opeens wilde komen. Haar

moeder, die zoveel van haar eist, dat ze er niet aan kan voldoen. Daar voelt ze zich dan weer

schuldig over. Haar dochter, die haar eigen gang gaat en niet naar haar wil luisteren. Op de een of

andere manier, krijgt ze het niet voor elkaar. Dat de mensen naar haar luisteren. Dat ze doen wat

ze moeten doen.

''Ik vind dat je een afspraak niet zomaar kan verzetten'', zegt ze, terwijl ze doelt op haar vriendin.

''Dat doe je toch niet? Vind ze mij dan zo onbelangrijk?''

Dat zou kunnen, maar dat hoeft helemaal de reden niet te zijn. Er kunnen vele redenen zijn,

waarom de vriendin de voorkeur geeft aan haar zus boven de afspraak met Ellen. De vriendin heeft

misschien de opvatting dat familie het belangrijkste is in het leven en dat je daar altijd voor klaar

moet staan.

''Hm", zegt Ellen. ''Dat zou kunnen. Zo is ze wel, ja.''

Ellen blijkt zelf ook vele opvattingen te hebben over wat ze belangrijk vindt in het leven.

Je moet je aan je afspraken houden.

Je moet een luisterend oor hebben voor iedereen.

Je moet iets over hebben voor een ander.

Je moet klaar staan voor je ouders.

Je moet je ouders gehoorzamen.

Het is een heel normaal lijstje, een heel menslievend lijstje ook. Voor Ellen is het een soort

richtsnoer. Zo wil ze met mensen omgaan. Ze wil betrouwbaar zijn in haar afspraken, ze wil een

betrokken mens zijn. Ze wil een goede dochter zijn, een goede vriendin, een goed mens. Voor haar

zijn dit belangrijke waarden.

"Waarom werkt het niet?'', vraagt ze zich af.

Haar vriendin belt haar zomaar af. Zonder goede reden. dat zou niet mogen gebeuren. Haar

moeder verlangt van alles van haar, is altijd aan het klagen. ''Maar ze is nooit geïnteresseerd in

mij'', zucht Ellen. ''Het gaat altijd over haar. Daar klopt toch niks van!''

Het maakt haar verdrietig en ook boos. Mensen horen zo niet met elkaar om te gaan. Daar kan ze

heel slecht tegen. Wat gaat er mis?

Zowel haar vriendin als haar moeder houden zich niet aan Ellens regels. De vriendin overtreedt de

regel die gaat over het nakomen van je afspraken. En haar moeder die van het luisterende oor.

Heel teleurstellend voor Ellen. Want ze vergeet dat het háár regels zijn. Haar regels gaan over hoe

zij zelf in het leven wil staan. Maar ze verwacht ook dat anderen aan haar regels voldoen. Daar

gaat het mis.

Als je verwacht dat mensen zich gedragen zoals jij dat hebt bedacht, zul je af en toe lelijk je neus

stoten. Ook al zijn jouw waarden mooi en goed, dan nog zullen anderen de dingen net even anders

doen. Dat kun je vervelend vinden, daar kun je van balen. Allemaal heel begrijpelijk. Maar bij Ellen

is er sprake van een soort morele verontwaardiging, omdat ze zo overtuigd is van haar eigen gelijk.

En het levert haar ook een soort moedeloosheid op.

''Wat moet ik dan?'', zucht ze. ''Wat ik wil is toch helemaal niet raar?''

Nee, niet raar. Helemaal niet zelfs. Het zijn haar waarden van waaruit zij wil leven. Daar mag ze

energie in steken. Wees betrouwbaar, wees betrokken. Deze waarden helpen haar in het maken

van keuzes. In de manier waarop ze met anderen omgaat. Ze geven haar een richtlijn, ze geven

haar in zekere zin grip op haar eigen gedrag. Maar zodra ze gaat verwachten, dat anderen zich ook

zo zullen gedragen, gaat het mis. Want op het denken en het doen van anderen heb je nu eenmaal

geen controle.

''Maar wat ik wil, is toch goed?'' Ellen geeft het niet zomaar op. ''Het zijn toch goede, christelijke

opvattingen?''

Jazeker. Maar dan nog. Haar goede christelijke opvattingen kunnen botsen met de goede

christelijke opvattingen van een ander. Neem bijvoorbeeld betrouwbaarheid in het houden van

afspraken. Dat kan zomaar botsen met de regel van gastvrij zijn voor iedere onverwachte gast.

''Hm.'' Ellen snapt het. ''Dat vind ik zelf ook een lastige."

Tot nu toe was het voor haar allemaal heel simpel. Haar waarden zag ze vooral als regels, als

wetten, waaraan gehoorzaamd moest worden. Door haarzelf en door iedereen. Dat gaf veel

teleurstelling en veel spanningen. Het maakte haar ook oordelend naar anderen toe. En ook dat

gaf haar een onprettig gevoel.

Als je van alles verwacht van anderen, geef je eigenlijk de controle uit handen. Het hangt dan van

hen af of jij je prettig voelt. Het hangt van hen af of je leven klopt. Het hangt van hen af of jij

tevreden kunt zijn.

''Maar ik probeer wel altijd te voldoen aan de verwachtingen van anderen'', zegt Ellen. ''Dat is toch

juist goed?''

Haar moeder wil dat ze elke dag belt, dat ze minstens twee keer per week langs komt. Voor Ellen is

dat eigenlijk teveel. Soms lukt het niet. ''Dan is ze teleurgesteld in me. Dan voel ik me heel

schuldig. Daar zorgt ze wel voor.''

Geen wonder dat Ellen moe is. Willen voldoen aan de verwachtingen van een ander is ook al zo'n

onmogelijke opdracht, die leidt tot spanning en vermoeidheid. Want wanneer doe je genoeg? Wat

is ten diepste de reden van hun verwachtingen? Zijn het wensen of zijn het eisen, waaraan je moet

voldoen?

''Het zijn vooral eisen'', zucht Ellen. ''En ik weet niet hoe ik me daar tegen kan verzetten.''

Dit is een onderwerp op zich en dat bewaren we voor een volgend gesprek.

En ook voor een volgend nummer van Zij&Zeeuws.