Psychologenpraktijk Cocky Minderhoud

De mensen zullen wel denken

De mensen zullen wel denken

Eigenlijk ben ik bang, vertelt Marjoke. Bang voor wat anderen van me vinden. Bang dat ze

me niet leuk vinden. Dat ik een beetje een zielig type ben. De andere moeders bij het

schoolhek bijvoorbeeld: Iedereen praat gewoon met elkaar, maar ik weet nooit goed wat ik

zeggen moet. Ik ben niet zo vlot en zo leuk als de anderen.

Marjoke is een goed-uitziende vrouw van 35. Ze is getrouwd, heeft twee schoolgaande

kinderen en werkt part time in een bakkerswinkel. Leuk werk, vindt ze, maar het geeft altijd

veel spanning. Ze is bang dat haar collega's haar niet leuk vinden. Of dat ze een fout zal

maken, waardoor iedereen haar zal afkraken. Dat zou echt verschrikkelijk zijn.

Ze is niet de enige die rondloopt met dit soort angst. Angst voor de mensen.

''Ze zullen wel denken... '', is waarschijnlijk het meest uitgeproken zinnetje in mijn praktijk.

Ze zullen wel denken... dat ik geen goede huisvrouw ben. Dat ik geen goede moeder ben.

Geen goede verpleegster. Geen goede juf. En vul elk denkbaar beroep maar in. Ze zullen

wel denken, dat ik saai ben, niet leuk ben, anders ben, er niet bij hoor, niet voldoe aan de

eisen.

Marjoke weet precies hoe ze wel wil zijn. Leuk, vlot, een goede verkoopster, die altijd het

goede woord weet te zeggen op het juiste moment. Een leuke moeder, die van alles

onderneemt met haar kinderen. Iemand bij wie alles op rolletjes loopt. Maar hoe ze

eigenlijk echt is, dat weet ze niet zo goed. Saai, denkt ze. Niets bijzonders.

Wie ben ik?

Om Marjoke op een andere manier naar zichzelf te laten kijken, ga ik samen met haar een

persoonlijk plaatje schetsen.. Middenin een blad teken ik een poppetje met haar naam erin

en daar omheen komen allerlei zaken aan de orde die bij haar horen. De eerste vraag is

altijd: waar houd je van? Een moeilijke vraag, zo blijkt ook nu. Want wat als je van lezen

houdt en van wandelen? Is dat niet veel te saai? Moet je eigenlijk geen interessante

hobby's hebben? Veel mensen lopen hier tegenaan, zo ook Marjoke.

Ik vraag door naar de boeken die ze leest. Ze leest graag opvoedkundige boeken, maar ook

boeken over vroeger. Ze vindt het leuk om te weten hoe mensen vroeger leefden, om te

ontdekken hoe de mensen toen waren. Ze leeft helemaal op, terwijl ze dit vertelt, er zit

opeens een andere Marjoke tegenover me. Haar ogen glanzen, haar stem klinkt

enthousiast. Hoezo boeken lezen saai?

Nog moeilijker wordt het om te weten waar je goed in bent. Kun je dat zomaar zeggen van

jezelf? Verhef je dan jezelf niet boven anderen? Nou goed, schoorvoetend durft Marjoke

toe te geven dat ze erg goed is in koken en bakken. Haar appeltaarten zijn beroemd in de

familie. Dit is iets dat anderen over haar zeggen, dus dat zal wel waar zijn.

Uiteindelijk hebben we een heleboel om de naam Marjoke heengezet. Er komt een

zorgzame, bezige vrouw te voorschijn, die gelukkig wordt als ze dingen kan doen met haar

gezin, die kan genieten van een goed boek, maar ook lekker kan lachen met haar

vriendinnen, die droomt van een vrijstaand huisje met een moestuin, maar ook best

tevreden is met haar rijtjeshuis van nu.

Samen kijken we naar dit portret. Een uniek portret is het, zoals zij is er geen ander. Net als

ieder mens is ook Marjoke is een uniek schepsel van God. Ze mag zijn wie ze is, ze hoeft

niet te lijken op haar collega of haar buurvrouw. God wilde dat er een Marjoke was en Hij

wil haar zoals ze is bedoeld en niet anders.

Ze wordt er stil van. Eigenlijk wil ik gewoon zo zijn, zegt ze verrast. Ik vind haar wel leuk!

De anderen

Maar ja, vinden anderen dat ook? Die vraag blijft toch knagen. In de volgende gesprekken

komen we daar op terug. We gaan ontdekken hoeveel tijd mensen eigenlijk besteden aan

het beoordelen van anderen. Dat blijkt veel minder te zijn, dan vaak wordt gedacht. Als

voorbeeld nemen we Marjokes collega's, maar we hadden net zo goed de moeders bij het

schoolhek kunnen kiezen of de mensen met wie ze in de kerk zit. Hoeveel ruimte hebben ze

in hun gedachten over voor Marjoke?

Haar collega's hebben natuurlijk een grote portie aandacht nodig voor het werk dat ze

doen, de taken die ze moeten uitvoeren. Verder hebben ze nog allerlei zorgen

meegenomen van thuis. Wat zouden ze allemaal wel niet kunnen denken?

''Zou dochterlief niets onder de leden hebben, ze zag zo witjes vanmorgen''. ''Niet vergeten

straks die broek op te halen bij de stomerij, had vorige week al gemoeten''. "Wat zitten die

schoenen beroerd, ze had natuurlijk nooit die nieuwe schoenen aan moeten trekken

vandaag. Domme ijdelheid''. Of die collega's dat echt allemaal denken, weten we natuurlijk

niet. We fantaseren er gewoon lekker op los.

Maar de kans is heel groot dat ook Marjokes collega's een deel van hun aandacht besteden

aan zelfveroordeling en angst voor ''wat de mensen van hen zullen denken''.

Voor Marjoke is het allemaal erg ontnuchterend. Want dit is hoe het bij haarzelf werkt.

Waarom dan niet bij anderen? Net zoals zijzelf ook niet de hele dag bezig is met anderen te

beoordelen, zullen anderen dat ook niet doen.

Vakjes

Nou ja, een klein stukje aandacht is er nog over om anderen te beoordelen. Mensen

kunnen dat heel snel. We gooien mensen die we nieuw ontmoeten heel snel in een vakje:

leuk, niet zo leuk of kan-me-niet-schelen. Bij mensen die we wat beter kennen plakken we

er wat eigenschappen bij, positieve en minder positieve. En zo hebben we een plaatje in

ons hoofd van iedereen met wie we te maken hebben. En anderen hebben zo'n plaatje van

ons. Niets aan te doen, zo werkt het nu eenmaal.

Het beeld dat mensen van je hebben, verandert niet zo makkelijk. Stel dat je een keer een

heel domme fout maakt op je werk, zullen je collega's je dan meteen afkraken en

veroordelen? Nee, denkt Marjoke nu. Want dat zou ik zelf ook niet doen. Mijn beeld van

hen zou daardoor niet direct veranderen.

Ze gaat voortaan met een andere blik naar haar collega's kijken. Minder bang voor wat ze

van haar zullen vinden en met meer interesse voor hen zelf. Dat is de winst die minder

bang zijn je heen op kan leveren.