De zondag is geen fijne dag voor mij, zucht Jessica. 's Ochtends als ik net uit bed ben, gaat
het nog wel. Dan ontbijten we lekker samen. Lekkere broodjes, eitjes erbij, grote pot thee.
Maar de kerk, daar zit het probleem. Zodra ik het gebouw maar zie, vliegt het me al aan.
Zou het deze keer goed gaan? Zou ik er niet uit moeten? Het is toch niet normaal dat ik er
juist in de kerk last van heb? Ik kan daar zo boos om worden!
Jessica komt mijn praktijk binnen met een raar probleem. Tenminste, dat vindt ze zelf.
Omdat het zich hoofdzakelijk afspeelt in de kerk. Door de week heeft ze nergens last van.
Nou ja, soms wel. Als ze een receptie heeft of een andere bijeenkomst met veel mensen.
In grote warenhuizen komt ze ook niet graag. Maar de kerk, daar komt ze iedere week. En
ze gaat er juist zo graag naar toe. Beter gezegd: ze ging er graag naar toe.
Ze voelt het al aankomen als ze er bijna is. En als ze eenmaal zit, dan slaat het toe. Ze krijgt
het benauwd. Een soort kramp op haar borst. Heel bang wordt ze daarvan. Zou ze een
hartaanval hebben? Ze gaat ook trillen en krijgt het heel warm. Afschuwelijk is het, vertelt
ze. Ik heb mezelf gewoon niet meer in de hand en dat terwijl ik daar zit tussen al die
mensen! Het liefst zou ik er even niet meer zijn. Ik moet vechten tegen de drang om weg te
lopen, naar huis te gaan. Maar dat zou pas echt een afgang zijn! Dus blijf ik zitten en ja, op
den duur wordt het gelukkig minder.
Dicht bij de uitgang
Wat Jessica vertelt is heel herkenbaar. Ze heeft last van paniekaanvallen. In de kerk. Een
vervelend probleem, dat echter heel veel voorkomt. In iedere kerk zitten ze, de mensen die
daarmee worstelen. Meestal zitten ze dicht bij de uitgang, zodat ze makkelijk weg kunnen
als dat nodig zou zijn. Of in elk geval op een hoekje. Of achteraan, zodat niemand hen ziet
tobben.
De oorzaak is niet altijd helder. Het kan natuurlijk zijn dat het de kerk is die spanning geeft.
Omdat er dingen gezegd worden, waar je moeite mee hebt. Of omdat er mensen zijn, met
wie je problemen hebt. Maar in veel gevallen is die link niet te leggen en snap je er
helemaal niets van. Zo is het bij Jessica. Zij ging juist altijd graag naar haar kerk.
Paniekaanvallen ontstaan vaak in tijden van drukte of spanning. Ons lichaam reageert
daarop. We gaan gejaagder ademhalen, het zogenaamde hyperventileren, ons hart gaat
sneller kloppen en we gaan zweten of trillen. Sommigen worden duizelig of voelen zich
heel onwezenlijk. Dit kan heel beangstigend zijn en veel mensen zijn bang dat er iets mis is
met hun hart. Of dat ze flauw gaan vallen. Of gek worden. Bepaald geen opwekkende
gedachten, dus niet echt bevorderlijk om weer rustig te worden.
Jessica's paniekaanvallen zijn inderdaad begonnen in een periode waarin er veel gebeurde
in haar leven. Haar man raakte zijn baan kwijt, haar moeder moest naar het ziekenhuis, het
was allemaal heel spannend en heel naar. Inmiddels zijn die zorgen verdwenen, maar de
paniekaanvallen zijn gebleven. Die zijn nu haar grootste zorg.